De coronacrisis heeft tot gevolg dat digitale dienstverlening aan cliënten en patiënten een enorme vlucht aan het nemen is. De ervaringen zijn overwegend positief, maar wat is de effectiviteit in vergelijking tot face-to-face contact?

Nu door de coronamaatregelen gesprekken tussen cliënten/patiënten en hulpverleners niet of nauwelijks meer face-to-face kunnen plaatsvinden, wordt er druk gezocht naar alternatieven. Hierdoor is het gebruik van digitale vormen van dienstverlening in korte tijd fors toegenomen. Zo vervangen huisartsen reguliere consulten steeds vaker door een e-consult en wordt er in de begeleiding veel gebruik gemaakt van videobellen om in contact te blijven. Ook GGZ instellingen melden een sterke toename in het gebruik van eHealth diensten om behandelingen van patiënten toch voort te kunnen zetten.

In het algemeen zijn de ervaringen verrassend positief en wordt de vraag gesteld waarom we dit niet eerder zo gedaan hebben. Onze verwachting is dat de coronacrisis een blijvend positief effect zal hebben op de verdere digitalisering van diensten in de zorg. Ook in het sociaal domein horen we geluiden om de dienstverlening versneld te digitaliseren.

Uiteraard blijft er een verschil tussen online en offline dienstverlening. Niet alle contacten of diensten laten zich gelijkwaardig omzetten naar een digitale variant. Het is belangrijk om als zorgaanbieder, gemeente of welzijnsorganisatie goed zicht te hebben op de effectiviteit van de digitale dienstverlening. Bijvoorbeeld met een meting onder cliënten en medewerkers met ons instrument Menselijke Maat. Die geeft inzicht in wat werkt en bij wie.

Juist deze huidige periode is zeer geschikt om te experimenteren met digitale dienstverlening. Deze initiatieven worden ook ondersteund vanuit de overheid met extra subsidies zoals SET Covid-19. Ons advies is om bij zo’n subsidieaanvraag ook een effectmeting op te nemen. Wij helpen u daar graag bij!