Dit is de uitkomst van een onderzoek onder 282 ambtenaren van Binnenlands Bestuur. Het gebruik van data wordt zeer belangrijk gevonden, maar er zijn te weinig mogelijkheden. Iets dat wij vanuit de praktijk herkennen, maar wat zijn mogelijkheden / tips om hier verandering in te brengen?

We nemen u mee met de vier belangrijkste uitkomsten en vullen deze aan met onze ervaringen en adviezen.

1. Het belang van data wordt breed onderkend

Voor driekwart van de ambtenaren is het werken met data van groot belang. Opvallend is echter dat de data vooral wordt gebruikt voor verantwoording en minder voor inhoudelijke verbetering. Onze ervaring is dat er een gat is tussen de vraag en de data die beschikbaar is. Die relatie wordt onvoldoende gelegd, maar ook moeilijk gevonden.

Wij helpen beleidsmedewerkers op weg door het vraagstuk uit te werken in een redeneerlijn en daar de databehoefte vanaf te leiden. Een redeneerlijn beschrijft hoe verwacht wordt dat interventies tot een bepaald doel leiden. Door deze werkwijze sluit de data goed aan en creëer je eigenaarschap.

2. Mogelijkheden worden onvoldoende benut

De belangrijkste reden om met data aan de slag te gaan is financieel gericht (27%), maar liefst 40% van de respondenten geeft aan niet precies te weten waarom ze met data aan de slag moeten. Dit heeft in onze ogen met bewustwording te maken. Het sociaal domein is enorm complex en het beeld van ambtenaren wordt gekleurd door de informatie die ze krijgen. Wij hebben een quiz ontwikkeld waarmee we ambtenaren (maar ook raadsleden) bewust maken van hoe gekleurd ons beeld eigenlijk is.

De volgende stap is om data te koppelen aan belangrijke inhoudelijke vraagstukken. Bijvoorbeeld preventie, hoe kan data ons daar helpen? Verder zijn experimenten uitermate geschikt om te ontdekken wat data kan betekenen. Onze ervaring is dat er onvoldoende wordt geëxperimenteerd en weinig met de uitkomsten van de experimenten wordt gedaan. Pak datagedreven werken als een groeimodel op en durf fouten te maken en te leren.

3. Onvoldoende geschikte data

35% van de ambtenaren geeft aan dat er weinig geschikte data voorhanden is om effectief beleid te kunnen voeren. Dat heeft o.a. met het koppelen van data en privacy te maken. Dat zijn herkenbare punten, maar we zien ook voorbeelden waarbij er binnen de wettelijke kaders veel bereikt wordt. Wat ons betreft is integrale samenwerking tussen teams een belangrijker aandachtspunt. Vraagstukken zijn bijna altijd integraal, maar worden nog weinig integraal opgepakt. Datagedreven werken is een uitgelezen kans om te verbinden. Ook met externe partners. Die kunnen veel meer data aanleveren dan ze nu doen (zonder grote registratie druk). Betrek de juiste partijen vanaf de start bij het datagedreven werken.

4. Stimuleren kan beter

De wil om met data te werken is er, maar medewerkers kunnen beter ondersteund worden bij het gebruik van data. Een kwart van de ambtenaren geeft aan vrijwel geen ondersteuning te krijgen. Ook dat is iets wat we herkennen. De wil is er wel, maar iedereen is druk. Tijd is een belangrijke randvoorwaarde. Ook wordt een goede interpretatie van de data soms lastig gevonden. Een data-analist kan hierbij helpen, maar ook collega’s onderling. Sommige ambtenaren hebben van nature al iets met data en kunnen anderen helpen. Onze ervaring is dat in veel gemeenten nog niet echt gestuurd wordt op de verandering om niet alleen op signalen (verhalen), maar ook op feiten te sturen. Een taak voor het management.

Meer weten hoe wij gemeenten helpen data beter te benutten? Neem dan contact op met Erik van Es.